Als ik aan Aleppo denk schieten de tranen in mijn ogen.
In december 1987 was ik er vier dagen. Ik was toen 22 jaar en was komen liften uit Nijmegen. Aleppo was mijn eerste kennismaking met het Midden-Oosten. Ik herinner me vooral de kleuren, de geuren, de geluiden en de levendigheid op straat. Ik herinner me ook de machtige citadel. Maar bovenal herinner ik mij welkom.
In maart 2011 was Mart Lerou in Aleppo. Hij heeft er veel foto’s genomen. “Het zijn beelden van de citadel, de moskee, op straat, van de mensen en hun ambachten. Zonder dat ik het toen wist, bleken mijn foto’s een beeld te vormen van de allerlaatste dagen van Aleppo in volle bloei. Het was 1 voor 12“. De expositie van zijn foto’s heet Aleppo, 1 voor 12 en bevindt zich tegenover mijn spreekkamer op het Koning Willem I College en als ik iemand uit Aleppo spreek bezoek ik altijd even de tentoonstelling. Overigens ook met andere mensen. De expositie maakt veel los.
In onze gemeente wonen veel mensen uit Aleppo. Sommigen zitten op een basisschool in een Bossche wijk, sommigen op de Bossche Vakschool, sommigen op het Koning Willem I College. Maar als je al te oud bent voor ons onderwijssysteem moet je toezien dat je opleiding uit je geboorteland hier niet zoveel waarde heeft. Je kunt je hoop vestigen op je eigen kinderen, dat zij een goede opleiding in Nederland kunnen volgen. En verder kun je proberen op jouw manier iets van je leven maken. Want als veertiger wil je ook gewoon je steentje bijdragen aan de samenleving en niet alleen maar dozen vouwen in een fabriek.
Onlangs kwam Een Vandaag naar buiten met een onderzoek naar Syrische vluchtelingen in Nederland. 75% van hen zegt in ons land te willen blijven. Tegen hen wil ik alleen maar zeggen: Welkom!